4. Middeleeuwse kerken in Dantumadel

Misschien heb je de film Kruistocht in spijkerbroek gezien. Deze film is gemaakt naar het beroemde boek van Thea Beckman over de kinderkruistocht. In dat verhaal gaat Dolf in een tijdmachine terug naar de Middeleeuwen. Hij sluit zich aan bij een groep van 20.000 kinderen die in het jaar 1212 deelnemen aan de kinderkruistocht. Onderweg naar Jeruzalem beleven ze spannende avonturen. 

Tijdmachines bestaan niet, maar bij het vak geschiedenis kunnen we wel het verleden bestuderen en ons dan verplaatsen in de mensen die toen leefden. Ook uit Dantumadeel en Dokkum hebben mensen deelgenomen aan een kruistocht. Zou jij, als je toen geleefd had, ook zijn meegegaan?  

Vroeger hoorde iedereen bij de kerk. De kerk stond in het centrum van het dorp en speelde een centrale rol in het leven van de mensen. In dit hoofdstuk gaan we terug in de tijd en wel naar de Middeleeuwen. We gaan het hebben over de vijfde kruistocht en over de invloed van al die middeleeuwse kerken die nu nog in Dantumadeel staan.

Hierboven zie je een kaart van Dantumadeel uit 1664. Met rode rondjes is aangegeven waar zich oude middeleeuwse kerken in Dantumadeel bevonden. Tel maar eens hoeveel oude kerken er in de Middeleeuwen gebouwd zijn. De kerken die je hier ziet, zijn tussen het jaar 1100 en 1400 gebouwd. Op het kaartje zie je ook het klooster Klaarkamp en bij Dokkum een uithof van het nonnenklooster bij Niawier. Op de kaart van Jacob van Deventer, die in 1562 Dokkum schilderde, zie je rechtsonder een terp met daarop Sionsberg. Zoveel kerken en kloosters terwijl Dantumadeel toen hooguit 1.500 inwoners had. Heel Friesland, met ongeveer 50.000 inwoners, had wel driehonderd kerken en vijftig kloosters. Dat was vergeleken bij andere gebieden in ons land opvallend veel. Het geeft aan dat de kerk hier heel belangrijk moet zijn geweest. De kerk was grootgrondbezitter en had een vijfde deel van de grond van Friesland in eigendom. De kerk speelde niet alleen een belangrijke rol in het bestuur van Friesland, maar ook daarbuiten, ver buiten Friesland. 

 

Zoveel kerken en kloosters voor een bevolking van ongeveer 1500 mensen! Heel Friesland, dat ongeveer 35000 inwoners telde, had wel driehonderd kerken en vijftig kloosters. Dat was, vergeleken bij andere gebieden in ons land, opvallend veel. Het geeft aan dat de kerk heel belangrijk geweest moet zijn. De kerk was grootgrondbezitter en had een vijfde deel van de grond van Friesland in eigendom. De kerk speelde niet alleen een belangrijke rol in het bestuur van Friesland, maar ook daarbuiten, ver buiten Friesland. 

De vijfde kruistocht: 1218 - 1221 In de tijd van de kruistochten, in 1214, bezoekt Olivier van Keulen Dokkum. Hij verblijft ook een paar dagen in Klaarkamp. Hij houdt een opzwepende oproep en zegt dat de Friezen mee moeten doen aan de vijfde kruistocht.

'God wil het', roept hij. 'We moeten Jeruzalem en Palestina veroveren op de Arabieren.'

Tijdens zijn verhaal menen veel luisteraars zelfs zwevende kruisen in de lucht te zien. De Friezen worden zo enthousiast gemaakt dat ze met 80 schepen deelnemen aan deze kruistocht. Net als in de film ‘Kruistocht in spijkerbroek' is het geen gemakkelijke tocht. Uiteindelijk wordt in 1219 Damiate, een stad in Egypte, ingenomen.

Op de afbeelding  zie je hoe de Friezen de stad innemen. Op hun schepen hebben ze een hoge toren gebouwd. Damiate telde 60.000 inwoners. Vijftigduizend mensen worden vermoord en de stad wordt geplunderd. De oproep van Olivier van Keulen eindigt in een weinig christelijk bloedbad. Even later wordt de stad weer heroverd door de Arabieren. In het wapen van Dokkum herinnert een halve maan nog altijd aan de deelname aan deze kruistocht.

Aantal inwoners In de tijd van de kruistochten telde Dantumadeel twaalf middeleeuwse kerken. Twaalf kerken, een klooster, een uithof van een nonnenklooster en dat op ongeveer vijftienhonderd mensen. Nou ja, vijftienhonderd, hoeveel inwoners Dantumadeel had is een schatting. De aantallen werden namelijk niet precies bijgehouden. Hieronder zie je de aantallen die wel gevonden konden worden. Nederland had in het jaar 1500 één miljoen inwoners (nu zestien miljoen).

Jaartal

 

Dantumadeel

Nederland

1500

 

1.000.000

1689

2.670

 

1714

2.794

2.000.000

1744

3.020

 

1796

3.965

 

1851

7.167

3.000.000

1880

10.068

 

4.000.000

1931

13.105

 

8.000.000

1954

15.360

 

10.000.000

2007

19.461

 

16.000.000

Het aantal inwoners van Dantumadeel en Nederland

Het aantal inwoners per dorp moet in 1300 minder dan 100 geweest zijn. De tekening die je hieronder ziet, geeft die situatie wel aardig weer. 

Kijk eens goed naar deze tekening. Wat valt je op? Wat is het belangrijkste gebouw? Juist, dat is de kerk. Het was het enige stenen gebouw in het dorp. De kerk nam toen een veel belangrijkere plaats in dan tegenwoordig.

   Tot 1580 was Friesland rooms-katholiek. In plaats van een dominee was er een pastoor. Deze was waarschijnlijk de enige in het dorp die kon lezen en schrijven. Bij de verkoop van een boerderij was hij de notaris. Wie ziek was kon ook bij de kerk terecht. Daar had men verstand van kruiden, of stuurde men je naar het klooster voor een behandeling. De kerk en het klooster waren school, ziekenhuis en gemeentehuis. Alle nieuws werd via de kerk verspreid. Geboortes, trouwerijen of begrafenissen, de kerk had er mee te maken. De kerk was het dorpscentrum. Rijke families werden in de kerk begraven en hun rouwborden hangen er nu nog steeds aan de muur.

Middeleeuwse bouwkunst Laten we die kerken in Dantumadeel van wat dichterbij bekijken. We beginnen bij de kerk van Janum.

Janum behoorde tot 1984 bij Dantumadeel. Bij de gemeentelijke herindeling in 1984 is Janum bij de gemeente Ferwerderadeel gaan horen, omdat het – vanaf Dantumadeel gezien - aan de andere kant van de Dokkumer Ee ligt. Vroeger was het een uithof van het klooster Klaarkamp, dat had er veel land in bezit. Omdat Janum bij het klooster hoorde, hoorde het volgens sommige boeken ook bij Dantumadeel. Volgens andere bronnen hoorde het bij Dantumadeel omdat de Dokkumer Ee vroeger om Janum heen stroomde, zodat het toen aan deze kant van de Dokkumer Ee lag.

De kerk bestaat uit een schip en een koor. Het koor is het ronde gedeelte van de kerk. Het koor bevindt zich altijd aan de oostzijde en de toren aan de westzijde.

De kerk heeft dikke massieve muren en kleine ronde ramen. Die bouwstijl noemen we Romaans. De muren zijn zo dik omdat er vaak een rond gemetseld dak op moest rusten. Later werden die zware daken vaak vervangen door een veel lichtere houten dak-constructie.

De kerk van Janum heeft geen toren. Torens werden bij de meeste kerken pas later gebouwd. Ook de kerk van Sijbrandahuis staat op een tekening van het Fries Museum zonder toren afgebeeld. Al die oude middeleeuwse kerken staan oost-west. De toren in het westen en het koor in het oosten.

De kerk van Janum heeft geen toren. Torens werden bij de meeste kerken pas later gebouwd. Ook de kerk van Sijbrandahuis staat op een tekening van het Fries Museum zonder toren afgebeeld. Al die oude middeleeuwse kerken staan oost-west. De toren in het westen en het koor in het oosten.

Al die oude middeleeuwse kerken staan oost-west. De toren in het westen en het koor in het oosten. Wanneer je een middeleeuwse kerk ziet, kun je zonder kompas zeggen wat oost en wat west is. Friesland is rond het jaar 750 christelijk geworden. Zendelingen als Bonifatius, Liudger en Bernlef brachten hier het evangelie. Bonifatius is in Nederland en Duitsland erg bekend. Hij heeft in Fulda in Duitsland een klooster gesticht en ligt daar begraven. In Dokkum is een Bonifatiuskapel en daar komen tegenwoordig elk jaar zo'n dertigduizend katholieken om Bonifatius te eren. 

Standbeeld van Bonifatius in Fulda Een middeleeuwse afbeelding waar Bonifatius aan het dopen is en daaronder de moord op hem

Bonifatius Friesland werd rond het jaar 750 christelijk. Zendelingen als Bonifatius, Liudger en Bernlef brachten hier het evangelie. Bonifatius is in Nederland en Duitsland erg bekend. Hij heeft in Fulda in Duitsland een klooster gesticht en ligt daar begraven. In Dokkum is een Bonifatiuskapel, daar komen tegenwoordig elk jaar zo'n dertigduizend katholieken om Bonifatius te eren. 

Voor de komst van Bonifatius geloofden de Friezen in goden zoals Wodan en Donar. Het is heel goed mogelijk dat op de plaats waar nu zo'n middeleeuwse kerk staat, eerst een altaar voor die goden heeft gestaan. Bij de Germaanse godsdienst was het oosten, de plaats waar de zon op komt, erg belangrijk. Eind december vierden de mensen hier het midwinter-feest met grote vuren. Zo blij waren ze dan dat de dagen weer langer werden.

Over Bonifatius worden veel verhalen verteld. Zo zou hij eens met zijn volgelingen in Rinsumageest zijn geweest. Bonifatius vroeg de bakker daar om brood. De bakker had geen zin om zijn broden weg te geven en zei dat hij geen brood meer had. Bonifatius vroeg hem toen: 'Wat zit er dan in je oven?' 'Stenen', loog de bakker. Bonifatius wist wel beter: 'Je broden zijn nu stenen'. Toen de bakker later de oven opende, waren de broden inderdaad in stenen veranderd. Volgens sommigen bronnen zou in de kerk van Murmerwoude nog zo'n steen zitten.

 

Op het schilderij uit 1732 zie je dat Bonifatius een heilige eik, die aan Donar gewijd was, laat omhakken. Toen de mensen zagen dat Donar niet in staat was om Bonifatius met zijn bliksem te treffen, bekeerden velen zich tot het nieuwe geloof. Van het hout van de eik liet Bonifatius een kapel timmeren.

 

In 754 werd Bonifatius, met 52 mensen van zijn volgelingen, bij Dokkum vermoord. Op het beeld dat in Dokkum bij de Bonifatiusbron staat, zie je Bonifatius met een boek boven zijn hoofd. Volgens verhalen probeerde hij zichzelf te beschermen door de bijbel boven zijn hoofd te houden. Het hielp niet. Een groep Friezen maakte een eind aan zijn leven.

Tufsteen en baksteen De eerste kerken die Bonifatius hier bouwde, waren niet van steen maar van hout. Pas na het jaar 1000 worden in Friesland stenen kerken gebouwd, op de plek van die houten kerken.

De oudste stenen kerken van Dantumadeel zijn die van Rinsumageest en Dantumawoude. Dat ze oud zijn, kun je zien aan de stenen die bij de bouw gebruikt werden. De oudste stukken van deze kerken zijn van tufsteen gemaakt. In het fries noemen we dat 'douwestien'. Tufsteen was duur, het werd per boot uit het Eifelgebergte in Duitsland gehaald. Tufstenen zijn vrij grote, grijze stenen.

 

Tufsteen in de kerk van Rinsumageest

Van 1165 tot 1580 bakte het klooster Klaarkamp  stenen van Friese klei. Deze stenen worden kloostermoppen genoemd, in het Fries 'âlde Friezen'. Deze werden voortaan gebruikt. Hoe groter de stenen, hoe ouder ze zijn. In de loop der jaren ging het klooster namelijk steeds kleinere stenen bakken.

De oudste stenen kerken van Dantumadeel zijn de kerken van Rinsumageest en Dantumawoude. De ouderdom kun je zien aan de stenen die bij de bouw gebruikt werden. De oudste stukken van deze kerken zijn van tufsteen gemaakt. In het fries noemen we dat douwestien. Tufsteen werd per boot uit het Eifelgebergte in Duitsland gehaald. Het zijn vrij grote grijze stenen.

Je ziet hier een klein raampje in de kerk van Janum. De stenen die je hier ziet zijn kloostermoppen, gebakken door het klooster Klaarkamp dat hier dicht bij stond.

Veel kerken hebben in de noordmuur een lage, vaak dichtgemetselde deur zitten. Die deuren in de noordmuur worden wel 'Noormannenpoortjes' genoemd. Volgens oude verhalen moesten de mensen via die deur bukkend de kerk verlaten, zodat ze dan elke keer even voor de Noormannen bogen. Het is een aardig verhaal, maar het klopt niet. Toen de Noormannen hier kwamen, stonden er immers nog geen stenen kerken! Nee, die deuren waren voor de vrouwen. In de kerk moesten de meisjes en de vrouwen aan de noordkant zitten. Het noorden werd gezien als de kant van het kwade en het zuiden, met de zon, als de kant van het goede. Door Eva, die van de appel at, zou het kwaad in de wereld zijn gekomen en daarom was dat de kant van de vrouwen. Toen er later verwarming in de kerk kwam, was het niet handig meer om twee aparte ingangen te hebben. Met al die open deuren vloog de warmte namelijk de kerk uit. De meeste deuren in de noordmuur werden toen dichtgemetseld.

Hieronder zie je een foto van de kerk van Dantumawoude. Op de toren staat 1686. In dat jaar is de toren herbouwd. Het onderste stuk van de toren bestaat uit kloostermoppen en daarboven zie je tufsteen.

Hier zie je de zuidmuur van de kerk. Ook hier kun je weer duidelijke het verschil tussen tufsteen en kloostermoppen zien.

Dit is de kerk van Murmerwoude. Gebouwd omstreeks 1200 na Chr. Deze kerk is gebouwd van kloostermoppen. Je ziet weer kleine ronde ramen en rechts een groter puntvormig raam. De ronde ramen noemen we romaanse raampjes dat zijn de oudste ramen. Later werden er grotere puntvormige ramen gebouwd. De kleine ronde raampjes vormen het oudste gedeelte van de kerk. Rechts is te zien dat er een stuk aangebouwd is met een groter, gotisch, raam.

Tot 1580 waren bijna alle inwoners van Dantumadeel nog rooms-katholiek. Een kleine groep protestanten kreeg echter steeds meer invloed. In 1580 besloot het bestuur van Friesland van katholiek hervormd te worden. Alle katholieke kerken werden hervormde kerken. Kloosters waren niet meer nodig. De vijftig kloosters in Friesland werden afgebroken en het land van de kloosters werd verkocht.

 De kerken moesten wel worden aangepast. Beelden werden verwijderd en muurschilderingen verdwenen onder een dikke laag muurverf. De pastoor moest vertrekken of dominee worden. Enkele pastoors vertrokken, maar de pastoors van Murmerwoude en Veenwouden gingen over naar de nieuwe leer en werden dominee.

Wij kunnen niet in een tijdmachine terug naar de Middeleeuwen, maar we kunnen wel leren van de mensen in die tijd. Welke beslissingen namen ze? Waren die beslissingen goed of slecht? De vijfde kruistocht en de kinderkruistocht liepen rampzalig af. Wat zouden wij in hun plaats gedaan hebben? Door ons dat af te vragen, is geschiedenis niet alleen leuk, maar ook leerzaam.

 

Akkerwoude Birdaard Dantumawoude
Driesum Janum Murmerwoude
Rinsumageest Roodkerk Sijbrandahuis
 
Veenwouden Wouterswoude  
   

Tekst en foto's Dirk Corporaal 2007

 

 

  Hiernaast zie je een filmpje van schooltv over het leven van Bonifatius.
  En hier een filmpje van schooltv over de moord op Bonifatius.

 

3. Stinsen en states in Dantumadeel

 

Your home is your castle

Thuis moet je je veilig voelen. Wanneer iemand jou op straat in elkaar slaat, dan wordt hij daarvoor gestraft. Wanneer iemand jouw huis binnendringt en je daar een mep verkoopt, dan wordt hij nog veel zwaarder bestraft, want your home is your castle, jouw huis is jouw kasteel. Je hoeft daar niemand binnen te laten als je dat niet wilt. Zelfs de politie niet, tenzij ze een huiszoekingsbevel bij zich hebben. Gelukkig leven we hier in Dantumadeel in een mooie en veilige gemeente. Inbraak komt niet vaak voor. Toch doet iedereen 's avonds voor het naar bed gaan de deur op slot, want ongewenst bezoek is heel vervelend.

 

Chr. Mavo ‘De Saad’ 25 januari 2001

Op mavo ‘De Saad’ zijn vannacht een paar computers gestolen. De dieven hebben een raam kapot geslagen en hun buit meegenomen. De computers stonden in een ruimte die blijkbaar niet goed genoeg beveiligd was. Volgens dhr. Visser, de directeur van de school, wisten de dieven precies wat ze moesten hebben. Ze hebben o.a. een splinternieuwe computer van de systeembeheerder meegenomen. Een oude computer lieten ze staan.  De beveiliging van de school ziet er overigens behoorlijk solide uit. Er is een hekwerk van twee meter hoog met daarbovenop prikkeldraad. De deuren gaan op slot met een sleutel waar je geen kopieën van kunt maken en in bijna alle ruimtes zitten detectors. Zelfs het personeel kan na schooltijd het gebouw niet zomaar binnen gaan, want dan moet eerst het alarm uitgezet worden. 'Al deze maatregelen verfraaien de school niet', zo zegt Visser, 'maar helaas zijn ze nodig.

 

Veenwouden  900

Een boerengezin in Veenwouden kreeg onlangs onaangenaam bezoek. Enkele mannen te paard verschenen ineens op het erf bij boer Claes Gerritszoon. Ze roofden alles weg wat ze maar konden gebruiken. Het hele gezin van Claes Gerritszoon was op dat moment op het land aan werk. Volgens de boer wisten de overvallers precies wat ze moesten hebben. Een splinternieuw halsjuk namen ze o.a mee, terwijl ze de oude banden, die de ossen vroeger om de hals hadden lieten liggen.

In Veenwouden is de overval het gesprek van de dag. Boer Idsenga, de boer met de meeste bezittingen, wacht niet langer af. Hij graaft om zijn boerderij een gracht. De modder uit de gracht laat hij als een beschermwal om z’n hele boerderij heen leggen, wel twee meter hoog. Daarbovenop komt, volgens Idsenga, ook nog een hele rij puntige palen. ‘Ik laat nog een houten toren bouwen waar elke dag  iemand van ons opstaat om ogenblikkelijk hoog van de toren te blazen als er onraad is. Al deze maatregelen verfraaien de boerderij niet', zo zegt boer Idsenga, 'maar helaas zijn ze nodig.'

 

De daders van de inbraak op de 'De Saad' zijn gepakt en de verzekering heeft de schade vergoed. Dat ging vroeger vaak anders. Er zijn tijden geweest dat de mensen zich onveilig voelden. Soms ging een hele bende uit roven. De kans dat ze gepakt werden, was toen klein.

Geschiedenis is het verhaal van hoe mensen problemen oplossen. Wat kun je allemaal doen om het inbrekers zo moeilijk mogelijk te maken? Hoe rijke mensen dat vroeger in Dantumadeel aanpakten, dat leer je in deze les. We gaan daarvoor kijken naar de Schierstins met z'n gracht en z'n stenen toren (met muren van een meter dik!) en naar andere oude stenen huizen die in Dantumadeel gestaan hebben.

Stins komt van stien, stenen. In de Middeleeuwen, de periode van 500 na Chr. tot 1500 na Chr., woonden de mensen in Dantumadeel in houten huizen. Alleen rijke mensen gebruikten stenen voor hun huis, en ook kerken werden van steen gemaakt. Die stenen kocht men bij Klaarkamp, want zoals je al weet werden daar van de klei uit het Klaarkampstermeer stenen gebakken. Voor dat bakken was veen nodig. Dat haalden de monniken uit de omgeving van Veenwouden.

Tekening uit de 19e eeuw van de Schierstins

De Schierstins heet volgens een oorkonde uit 1436 eerst ‘Idszengha gude’ en heet nu itta Schiera Monnika huse int Johanniswald’

 

In 1596 lezen we: ‘seeckere huijsinge ofte stins voormaels behoort hebbende onder den gewesen convente Claercamp staende in den dorpe Feenwolden genaempt claercamper schierstins mette oock d’eijgendum vande gracht ende het geboomte ende plantagie buijten opte cant ofte wal staende’

 

Van stins naar state

 

Houten toren ± 900 na Chr.

Rond het jaar duizend waren het onrustige tijden. Er was geen koning met een sterk gezag die voor de veiligheid van de mensen kon zorgen.

 

Hier zie je dat een gezin een aantal maatregelen genomen heeft om zichzelf te beschermen. 

Stins ± 1100 na Chr.

Een houten toren is brandgevaarlijk. Een stenen toren is dus een enorme verbetering. 'Stins' betekent stenen toren. De muren van een stins zijn wel één meter dik en er zitten kleine raampjes in, schietgaten waardoor je gemakkelijk van binnen naar buiten kunt schieten maar moeilijk van buiten naar binnen.

Overgang naar state ± 1200 na Chr.

Hier zie je dat de ontwikkeling niet stil heeft gestaan. De achterkleinzoon van Idsinga heeft goed geboerd. Hij is allang geen boer meer. Hij behoort nu tot de adel en wanneer hij geld over heeft, investeert hij in de uitbreiding en beveiliging van zijn slot.

De boeren uit de omgeving beschermt hij ook, maar in ruil daarvoor moeten ze wel voor hem werken.

State ± 1300 na Chr.

Dit is al een compleet kasteel.

 

Na het jaar 1300 werd in Europa buskruit gebruikt. De stenen toren kon het geweld van de kanonkogels niet aan en verloor zijn functie. Bij latere verbouwingen verdwenen de stenen torens. Wat restte was een state (een slot of landhuis).

 

In Friesland staat nog één zo’n stenen storen: de Schierstins in Veenwouden.

     

 

kaart Schotanus 1718

Schierstins 

Op deze kaart staat met een pijl aangegeven waar de Schierstins zich bevindt. Verder vertelt de kaart ons dat er nog veel woeste grond rondom Veenwouden was en maar weinig bouwland. De Schierstins dankt z’n naam aan de schiere monniken. Dat zijn de monniken van Klaarkamp die rond het jaar 1400 de nieuwe eigenaren van de Schierstins werden. De monniken haalden veen uit Veenwouden en dat vervoerden ze via de Schiersloot naar hun klooster.

 

De weg van Damwoude naar Veenwouden liep toen via de Swartzenbergs Reed (dus niet, zoals nu, via De Valom). Deze Reed heet ook wel het Goddeloos Tolpad en gaat via het Tolhuis. Je kunt dat tolhuis op de kaart vinden. Het pad is er nu nog, het is nu een schelpenpad. Vroeger was het een onderdeel van het oude kloosterpad dat van Klaarkamp naar Drachten liep. Het komt al voor in een oorkonde van 1453.

 

Op deze tekening zie je de Schierstins in 1724. Hij was toen eigendom van H. Mellema, luitenant-kolonel in de Grietenij van Dantumadeel.

 

 

Tot 1580 was de Schierstins eigendom van de monniken. In 1580 werd Friesland van katholiek protestant. Alle bezittingen van de kloosters vervielen aan de Staten van Friesland (het bestuur van Friesland). De kloosters werden gesloopt en de opbrengst van al die kloosters met hun bezittingen verdween in de schatkist van de Staten van Friesland. Gelukkig werd de Schierstins niet gesloopt maar verkocht.

 

 

Momenteel is de Schierstins eigendom van de gemeente Dantumadeel. Hij is gerestaureerd en wordt gebruikt als expositieruimte. Op de bovenverdieping vind je een tentoonstelling over de Schierstins en over het klooster Klaarkamp.

 

States in Dantumadeel: opkomst en ondergang

Door het buskruit verdwenen veel stinsen, maar de meeste states bleven nog honderden jaren staan. Op oude kaarten van Dantumadeel zie je ze liggen. Klik maar eens op de website op de kaart van Schotanus uit 1718. Daar heten de states Edelen Staten. Zoek ze allemaal maar eens op. Hoeveel tel je er?

Van een paar van die states zie je hieronder een afbeelding met twee berichten: het eerste een tekst waarin de state in de Middeleeuwen genoemd wordt en het laatste bericht wanneer de state wordt afgebroken of te koop aangeboden.

 

 

Melkema State in Rinsumageest, getekend in 1723.

In 1439 ontvangt Thieppka Sceltama van Juwe Bockama de Melkema State te Rinsumageest.

In de Leeuwarder Courant van 26 januari 1754 staat: Te koop Melkemastate met grote plantage te Rinsumageest, begerechtigt met een dubbele bank in de kerk aldaar.

Op 22 mei 1754 staat er in de krant: Melkema State te Rinsumageest op afbraak verkocht

 

Tjaarda State (Rinsumageest 1723)

In een oorkonde van 1421 wordt Sydze Thiarda ‘upter Gaest’ genoemd.  Hij was grietman (burgemeester) van Dantumadeel.

Leeuwarder Courant 1 oktober 1835

Bij het afbreken van Tjaarda-slot wordt een kistje gevonden dat in de muur zat ingemetseld. In het kistje zitten de wapenstempels van de laatste leden van het geslacht Hermana.

 

Eijsinga State (Rinsumageest)

In 1421 wordt er gesproken over Eijsinga State. Feije Asinga schenkt dan een stuk land aan het klooster Genezareth. In 1431 wordt hij Feije Eijsingha genoemd en doet hij een schenking aan het klooster Klaarkamp ‘om de zaligheid’ van hemzelf en een paar familieleden te ontvangen.

Leeuwarder Courant 10 dec. 1791

Te koop: Eyssinga-State te Rinsumageest met tuinen en bossen en 90 pondematen grond.

LC 7 april 1805: Te koop grote afbraak van Eijsinga-State waaronder 30.000 stenen.

 

Rinsma State (Driesum 1719)

Rinsma State (Driesum 1928)

Rinsma State (Driesum 2007)

Rinsma State (Driesum 2007)

In de belastingboeken van 1511 komt ‘Peter op Rinsma guedd’ voor. Hij moet belasting betalen voor 29 pondematen veengrond, 10 pondematen zaailand en 31 pondematen grasland.

Leeuwarder Courant 2000

Te koop aangeboden Rinsma State. Voormalig gemeentehuis van Dantumadeel.

 

Momenteel (2007) is Dirk Scheringa de eigenaar.

 

Grachten en dikke muren zijn tegenwoordig niet meer zo belangrijk om ongewenst bezoek te voorkomen. Wij beschermen onze computer met antivirussoftware en een firewall; onze auto met een alarmsysteem en startonderbrekers en zo zijn er nog veel meer manieren. Probeer maar eens een een lijst te maken van dingen die wij tegenwoordig doen om ons tegen indringers te beschermen.

 

Maak de puzzel over stinsen en states in Dantumadeel

 

Tekst, puzzel en foto's: Dirk Corporaal 2007

 

  Filmpje over het dagelijks leven in een middeleeuws kasteel.

 

  Filmpje over een aanval op een  middeleeuws kasteel.

 

  Filmpje over het dagelijks leven in een middeleeuws huis

 

 

 

1. Tien terpen

In de Wouden wonen de Wâldpyken, dat weet je natuurlijk allang. Maar weet je ook dat er in Dantumadeel vroeger tien terpen geweest zijn, dat de zee vroeger twee keer per dag een heel stuk van onze gemeente overspoelde en dat de zeedijk in Dantumadeel lag? Nee...? Laten we dan maar eens bij het begin beginnen.

 

 

De eerste mensen in Dantumadeel wonen langs de weg van Driesum naar Rinsumageest. Wanneer je van Rinsumageest naar Driesum fietst en je kijkt goed naar de hoogten van de weilanden, dan kun je zien dat sommige weilanden hoger liggen dan andere. De hoogste stukken liggen 2,5 meter boven het zeeniveau. Dit gebied ligt op een zandrug, een 'hale' (hoger gelegen zandgrond). In de tijd dat Friesland nog geen zeedijken heeft, komt de zee daar niet aan toe.

 

 

Vanaf de Lauwerszee stroomt, door eb en vloed, twee keer per dag zout zeewater tot ver voorbij Dokkum. In dat zeewater zit een beetje slib en dat bezinkt wanneer het water bij vloed even tot stilstand komt.  Zo ontstaan er hier en daar wat hogere gebieden. Sommige hogere stukken vruchtbare zeeklei overstromen nog maar een paar keer per jaar.

 

 

 

Wanneer je nu van Damwoude naar Dokkum fietst, dan kun je halverwege rechts afslaan naar de Kooilaan. In de terpentijd komt het zeewater hier aan toe. Ten noorden van de lijn Driesum - Rinsumageest ligt zeeklei en ten zuiden ervan zand en veen. Op de hoger gelegen halen leven de eerste bewoners van onze streek. Zo ongeveer in 500 voor Chr. gaan deze Friezen ook op de vruchtbare klei wonen. Bij een picknickplaats aan de Kooilaan stond jarenlang een bord met een tekst over de grens van klei en wouden. Het bord is nu verdwenen maar hieronder kun je de tekst nog lezen. 

 

We staan hier op de grens van Klei en Wouden van het open vlakke weide- en akkerbouwgebied van 'de Klaai' en de intiemere 'Wâlden', waar de percelen land vaak zijn omzoomd door rijen elzen en soms door een hoge houtwal. Die grens loopt van Kollum, zuid van Dokkum en oost van Leeuwarden naar het merengebied (laagveen) dat verder de scheiding vormt. 'Klaai en 'Wâlden' verschillen niet alleen in landschap maar ook in geaardheid en taal. Vroeger was de Klei het rijkst maar dat is na de tweede wereldoorlog grondig veranderd.

 Een bord met deze tekst stond aan de Kooilaan (de weg van Wouterswoude naar Dokkum).

 

Tot 1000 na Chr. is Friesland niet bedijkt. Het zeewater voert elke dag zand en kleideeltjes mee. Door het bezinken van die kleideeltjes komt het gebied langs de Waddenzee steeds hoger te liggen. Voor de mensen die op de hogere zandgronden van Driesum naar Rinsumageest wonen wordt dit kustgebied steeds interessanter. In de zomer laten ze op de vruchtbare klei hun kudden weiden. Natuurlijk moeten ze bij hoog water de hogere zandgrond weer opzoeken. Uiteindelijk trekken ze niet meer elke dag terug maar blijven er hele tijden wonen.

 

 

In Dantumadeel liggen in de terpentijd tien terpen. Je hebt de Driesumer terp, de terp van het klooster Sionsberg, drie terpen ten noorden van Damwoude, de terp van Klaarkamp, één bij Sijbrandahuis, één bij Janum en nog twee bij Birdaard.

 

Zo ongeveer moeten de drie terpen aan de noordkant van Damwoude er uit hebben gezien .

 

Soms is de zee rustig en overstroomt het gebied zelden. Maar er zijn ook perioden dat de zee meer stijgt dan anders. In die perioden maken de mensen een heuvel van kleizoden en mest en bouwen ze daarop hun boerderijen. In latere perioden worden de terpen geregeld verhoogd.

Een terp met maar één boerderij noemen we een huisterp. Hieronder kun je zien dat huisterpen soms uitgroeien tot dorpsterpen.

 

Terpafgravingen

Na het jaar 1000 wordt Friesland bedijkt en zijn de terpen niet meer nodig als bescherming tegen het zeewater. Aan het eind van de 19e en het begin van de 20e eeuw worden bijna alle terpen in Dantumadeel afgegraven. De terpmodder wordt per schip vervoerd naar gebieden met zandgrond. De vruchtbare grond van de terpen komt goed van pas om de kwaliteit van zand- en veengrond te verbeteren. Van de tien terpen die ooit in Dantumadeel gestaan hebben, zijn er niet veel meer over.

Restant van de terp van Janum

 

Bij de afgravingen worden veel voorwerpen gevonden die ons iets vertellen over het leven op de terpen. Zo weten we, door bijvoorbeeld de vondst van Romeinse munten in de Driesumer terp, dat de Romeinen hier zijn geweest. 

 

Driesum 1895  Een arbeider is bij de Driesumer terp aan het graven. Het is zwaar werk en het zweet staat hem op de rug. Plotseling stoot zijn schep op iets hards. Hij spit er omheen en haalt een kluit metaal omhoog. Hij kijkt wat beter en ontdekt dat het roestige munten zijn. Hij poetst een paar munten schoon aan z'n broek maar ziet niet in dat ze waardevol zijn. Dan komt de slager toevallig voorbij. Hij wil de munten voor ƒ0,25 wel overnemen. Zo wordt de slager eigenaar van 500 Romeinse munten. Hij neemt ze mee naar Dokkum en ontvangt er ƒ40,- voor. In die tijd toch wel vijf weeklonen. Momenteel moeten er nog 95 van die munten in het Fries museum aanwezig zijn. Ook op de drie terpen bij Damwoude worden 50 munten gevonden. De munten dragen afbeeldingen van Romeinse keizers uit 238 tot 259 na Chr.

 

Romeinse munten uit de Driesumer terp (of uit één van de drie terpen bij Damwoude)

 

Hier zie je een foto van de terp van Hogebeintum Je kunt hier heel mooi zien hoe de terpen worden afgegraven. Met karretjes die over een rails naar de schepen lopen wordt de vruchtbare terpmodder vervoerd. Verder zie je dat de terp uit verschillende lagen bestaat. Er zijn in de geschiedenis perioden geweest dat de zee rustig was niet steeg en perioden dat de zee behoorlijk steeg. Wanneer het zeewater tot boven aan de terp kwam, vond men het tijd om de terp weer te verhogen. Dat verhogen gebeurde met de kruiwagen. Deze terp is, zo te zien, wel drie keer verhoogd.

 

De terp van Hogebeintum is 8 m 80 hoog. Het is de hoogste terp van Nederland.

 

 

 

Bij het afgraven van de terp van Klaarkamp komen er verschillende vondsten van het klooster Klaarkamp te voorschijn. Ook zijn er bewijzen dat deze terp al in de Romeinse tijd bestond. 

 

 Urn gevonden in de terp van Klaarkamp

 

Verspreiding terpen

In Nederland zijn 1190 terpen geweest. Friesland heeft er 955 gehad en Groningen 235. Ook in noord Duitsland bevinden zich terpen. In Schleswig-Holstein is momenteel nog een gebied met terpen en zonder zeedijken. Bij hoog water overstroomt daar de hele omgeving. Zo is het vroeger bij ons ook geweest. In 47 na Chr. komt Plinius, een Romeinse geschiedschrijver, hier en hij schrijft het volgende over ons gebied op:

 

'Tweemaal per dag overstroomt de oceaan een groot deel van hun gebied, zodat het niet goed uit te maken is of dit land tot de zee of tot het land gerekend moet worden. Daar probeert een armzalig volk in leven te blijven door huizen te bouwen op steile heuveltjes. Die heuveltjes zijn met handkracht opgeworpen tot een hoogte die net boven de hoogste vloed uitsteekt. Bij vloed lijken zij schipbreukelingen Zij leven van vis die zij met netten in het slijk vangen. Zij verwarmen hun verkleumde leden door modder te verbranden, die zij meer door de wind dan door de zon hebben hebben laten drogen. Zij drinken niets dan regenwater, dat zij in een kuil voor hun woning bewaren.'

Plinius, 47 na Chr.

 

Zeedijken

´De nich wil diken mot wiken´ (wie niet wil bedijken moet wijken voor de zee), zegt een Oostfries spreekwoord. Na het jaar duizend wordt Friesland bedijkt en die zeedijk loopt dus door Dantumadeel. Kijk maar eens naar het kaartje dat hieronder staat. Hierop zie je met een rode lijn de zeedijken rond het jaar 1200 . Vanaf de Lauwerszee loopt een lange zeearm tot voorbij Dokkum. Die zeearm vormt de noordgrens van Dantumadeel.

 

 

Wanneer je op de fiets van Dokkum langs het Dokkumerdiep naar het oosten fietst, dan zie je aan beide kanten van het Dokkumerdiep nog stukken van die oude zeedijk liggen.

 

Oude zeedijk langs het Dokkumer Diep

 

Deze stukken zeedijk behoren tot de oudste dijken van Friesland.

 

 

De eerste zeedijken in Friesland worden aangelegd in Westergo, het deel van Friesland ten westen van Leeuwarden. Daar bedijken ze polder voor polder. Dantumadeel ligt in Oostergo, dat wordt in één keer bedijkt.

 

 

De aanleg van de zeedijk begint bij Kollum en gaat langs de zeearm van het Dokkumerdiep tot aan Sijbrandahuis. Vervolgens wordt langs de noordkant van het Dokkumerdiep een zeedijk aangelegd en die gaat verder om de noordkant van Oostergo heen.

 

 

In het jaar 1729 worden bij Dokkumer Nieuwe Zijlen de nieuwe sluizen van Dokkum gebouwd. Dan stroomt er geen zout water meer het Dokkumerdiep in, en is wat Dantumadeel betreft de strijd tegen het zeewater voorbij.

 

Hieronder zie je nog een paar vondsten uit de terpen.

 

 

Deze munten komen uit de terp van Klaarkamp. Het zijn munten uit de 14e eeuw. Je kunt ze zien in het Admiraliteitshuis in Dokkum.

 

 

Deze voorwerpen zijn gemaakt van bot en gevonden in de terpen. Waar werden ze voor gebruikt? Deze foto en de foto's die hieronder staan, zijn van het Fries Museum.

 

 

 

 

Gevonden in de terp van Hogebeintum.

 

Gouden fibula gevonden in de terp van Wijnaldum.

'Daar probeert een armzalig volk in leven te blijven', schrijft de Romein Plinius over de Friezen. Hij noemt hen een armzalig volk. Je kunt je afvragen of hij daar wel helemaal gelijk aan had. Hiernaast zie je het pronkstuk van de expositie over de terpentijd in het Fries Museum: een gouden fibula (mantelspeld) gevonden in de terp van Wijnaldum. Het is niet bekend welke Fries dit mooie cadeau aan zijn vrouw gaf. Maar armzalig kun je hem moeilijk noemen.

Tekst en foto's Dirk Corporaal 2007.

startpagina

Een hele mooie site over terpen is:www.superterpen.nl gemaakt door het Fries Museum.

 

  Hiernaast zie je een filmpje van school-tv. Het gaat over het leven van de eerste boeren in Nederland. Ook in Dantumadeel leefden de eerste boeren op deze manier.

 

Tekst en foto's: Dirk Corporaal

 

2. Klaarkamp, het 'verdwenen' dorp

 

 

Clarus Campus 1163 - 1580

Computeranimatie van Klaarkamp. Gemaakt door Otte Visser uit klas 4 aan de hand van de opgravingen van de fundamenten .

Ga voor de aardigheid op een mooie dag eens op de fiets naar Sijbrandahuis. Sla daar linksaf richting Birdaard. Na een paar honderd meter zie je aan de rechterkant, voor een boerderij, een hele grote steen. Het is een herinnering aan het Klooster Klaarkamp.

Op die steen is de Latijnse lijfspreuk van het klooster gebeiteld:

TERAR DUM PROSIM
en linksonder de vertaling:
Ik moge verteren (ten onder gaan) als ik maar nuttig ben

Dit lijkt wel abracadabra. Wat bedoelden de monniken hiermee? Misschien snap je het als je het verhaal over Klaarkamp gelezen hebt.Wanneer je de fiets weg zet en hier het land in gaat, kijk dan eens goed in de bermen en sloten. Misschien zie je nog brokstukken van stenen. Hier was vroeger het grootste dorp van Dantumadeel, Klaarkamp.

Advertentie Leeuwarder Courant

 

7 mei 1858 Terpaarde te koop van het Claarkampster klooster onder Rinsumageest voor ƒ0,35 per ton, invaart bij de Hoge Brug.

 

Van 1858 tot 1941 is de terp waarop het klooster Klaarkamp stond afgegraven. De terp was indertijd vier en een halve meter hoog. De laatste afgraving van 1939 tot 1941 bracht een deel van de fundamenten van het klooster aan het licht. Het enige wat je nu nog kunt vinden zijn brokstukken van stenen waaruit het klooster eens bestond.

 

Klaarkamp was vroeger het grootste dorp van Dantumadeel. Hier woonden vroeger soms wel 600 mensen, terwijl andere dorpen in de buurt toen vaak nog geen 200 inwoners hadden. Alleen Dokkum was groter.

 

 Kaart uit 1720 met daarop de plaats van het klooster Klaarkamp.

 

Luchtfoto uit 2007 van het terrein van Klaarkamp.

 

Zo ziet het terrein waarop het klooster stond er nu uit. De Klaarkampsterweg loopt dwars door het vroegere kloosterterrein. Op deze plaats bevond zich een terp en daar bovenop het klooster. Rechts is nog iets van een gracht te herkennen. 

 

Op dit kaartje zie je verschillende kloosters. Klaarkamp was het eerste, grootste en belangrijkste klooster van Friesland. De monniken van Klaarkamp hebben wel 20 dochterkloosters gesticht. 

Dochterkloosters waren onder andere: Bloemkamp bij Bolsward, het klooster Jeruzalem bij Gerkesklooster en het klooster Aduard.

 

Verder zie je op dit kaartje uithoven van Klaarkamp, zoals Janum en de Schierstins.

 

Het klooster stond op een terp van vier meter hoog, met daarop de huizen en een soort beschermingsmuur. Het klooster was verder beveiligd door een gracht. In deze omgeving hebben honderden jaren lang monniken en lekenbroeders gewoondLekenbroeders zijn monniken die vooral handenarbeid doen. Ze dragen grijze kappen en doen het werk op de uithoven zoals de Schierstins. De kloosterregels voor de lekenbroeders zijn minder streng dan die van de monniken.

 

 Op de foto zie je graan, wol,turf en hout.

 

De monniken van Klaarkamp handelden in graan, wol, hout, turf, stenen, zout vlees, boter en kaas. Ook handelden ze in stenen, waarvan ze er duizenden moeten hebben gebakken. Die stenen noemen we kloostermoppen of 'oude Friezen'. Het zijn vrij grote, geelrode bakstenen, die gebruikt werden voor het bouwen van kerken in de buurt. Voor het bakken van al die stenen hadden de monniken klei nodig. Door het afgraven van de klei is waarschijnlijk het Klaarkampstermeer ontstaan. In de loop der jaren polderden de monniken ook heel veel land in. Hun schepen gingen via Dokkum zelfs naar de Oostzee en naar steden in Vlaanderen.

 

 

Hierboven zie je het terrein van Klaarkamp volgens een oude kadasterkaart. De twee boerderijen van het kaartje staan er nu nog (langs de Klaarkampsterweg). Als je goed kijkt naar de kaart, dan kun je aangeven hoe de grachten en vaarten rondom Klaarkamp gelopen moeten hebben. Ik heb met een blauwe kleur aangegeven wat volgens mij water was.

 

Hard leven

Waarom wordt iemand monnik? Het leven van deze monniken lijkt immers erg zwaar. De dag begon 's ochtends al heel vroeg, met de eerste van zeven korte kerkdiensten. De kerk was niet verwarmd en tot aan de veertiende eeuw zaten er ook geen ramen in. Na deze eerste dienst begon het werk, afgewisseld met de overige kerkdiensten; 7 diensten op een dag; 7 dagen per week; week in week uit een leven lang. 's Middags om één uur werd er pas voor het eerst gegeten. De monniken waren dan al vele uren uit bed.

 

 

Het werk werd zwijgend gedaan. Dat werk kon van alles zijn, want er moest veel gebeuren in zo'n groot klooster. Klaarkamp had zo'n 4000 hectare grond. Een deel daarvan werd verhuurd aan zo'n 80 boeren en de rest werd bewerkt door het klooster zelf, net als de uithoven van het klooster. De monniken haalden turf uit Veenwouden, ze hadden schepen, gaven les, schreven boeken, polderden land in, en ga zo maar door. Het ene werk was populairder dan het andere werk. Een monnik schreef: "De meeste monniken houden meer van handenarbeid dan van studeren."

 

 

Bij monniken denken wij aan vrome, rustige broeders. Maar het kloosterleven in Klaarkamp verliep niet altijd even rustig. Er waren periodes van bloei en achteruitgang. Bij een ruzie tussen het klooster van Ferwerd en Klaarkamp werden vier monniken van Klaarkamp gedood. In 1524 werd de abt van Klaarkamp doodgestoken door een monnik. De abt ergerde zich aan het drankgebruik van de man. De monnik vluchtte naar Leeuwarden, maar werd gevangen genomen en in Klaarkamp opgesloten in een cel die bijna volledig dichtgemetseld was. 

Dit is een foto uit Isenhage, een Cisterciënzer klooster in Duitsland. Vermoedelijk zag Klaarkamp er van binnen ook zo uit.

 

Naam

De naam van klooster Klaarkamp was officieel: 'Monasterium beate Maria de Claro Campo', klooster van de heilige Maria van Klaarkamp. Hier woonden Cisterciënzer monniken, een kloosterorde die in Frankrijk in Clairvaux gesticht was. Clairvaux betekent 'het lichte dal' en Klaarkamp betekent 'het lichte veld'.  Wij Friezen noemden dit klooster gewoon Klaarkamp en de monniken 'skiere mûntsen'. Die laatste naam kwam van de grijze mantel waarin de lekenbroeders liepen (de monniken droegen een witte pij). Grijs is in het Fries 'skier'. Je vindt dat 'skier' ook nog terug in de naam Schierstins, Schiersloot en Schiermonnikoog (in het Fries: Skiermuontseach).

 

Stuk van een deksel uit Klaarkamp

Kloostermop met de naam Bernardus

 

'Verzekeringsbedrijf’ voor nu en tot in de hemel

Wie kloosterling werd, kwam zeker in de hemel, zei de kerk. Maar niet iedereen werd zo maar in het klooster toegelaten. Eigenlijk konden alleen de rijkere mensen zich via het klooster verzekeren van een plaats in de hemel. Je kon eigenlijk alleen maar monnik worden na een schenking aan het klooster.

 

In Veenwouden wonen in 1372 een zekere Siardus Tiabkama en zijn vrouw Witeka. In een oorkonde van 4 juni 1372 staat dat ze een groot stuk veen in St. Johanneswoud  aan God en het klooster Klaarkamp geven. Ter compensatie zullen ze voortaan onderhouden worden door het klooster Klaarkamp. Hun zoon wordt als schooljongen in Klaarkamp opgenomen en hun dochter als koorzuster in het klooster Nazareth. Het echtpaar mag tot hun dood in Dokkum in een huis van het klooster wonen zonder huur te betalen. Verder krijgen ze brood, bier, vlees, bonen, meel, turf en haring van het klooster. Dus verzorgd tot aan en na hun dood. De  oorkonde is geschreven door abt Ludulphus van Klaarkamp en voorzien van het zegel van Klaarkamp.

 

Oudste zegel van Klaarkamp

Steen van een zuil uit Klaarkamp

 

Wat is er nog van over?

Als je er nu rondkijkt op de plek waar Klaarkamp was, vind je alleen nog stukken van oude kloostermoppen in de grond. In 1580, tijdens de 80-jarige oorlog, werd Friesland van katholiek protestants. Het bestuur van Friesland besloot dat al de kloosters afgebroken moesten worden en dat de grond verkocht moest worden. 

 

Sijbrandahuis Kloosterkapel

Janum, uithof van Klaarkamp

 

Muntvondst

Vlak voor en tijdens de tweede wereldoorlog werd het laatste stuk van de terp van Klaarkamp afgegraven. Er werd toen een kistje met allemaal gouden en zilveren munten gevonden. De munten zijn uit de perioden 1322 - 1346. In 1350 brak in ons land een heel besmettelijke ziekte uit, de pest. Aan deze ziekte stierven in Europa éénderde van alle inwoners. In Klaarkamp stierven in één jaar 183 inwoners. Waarschijnlijk heeft iemand rond 1350 dat kistje met munten begraven. Maar waarom? Wat moest een monnik die geen eigen bezit mocht hebben met zoveel geld? Of was het de kas van Klaarkamp zelf? Het zijn vragen waarop we waarschijnlijk nooit een antwoord zullen krijgen. De gouden munten zijn in de tweede wereldoorlog verdwenen, maar de zilveren munten zijn bewaard gebleven. Ze zijn nu in het Admiraliteitshuis in Dokkum.

 

 

 

 

Bij het afgraven van de terp in de oorlog kwamen er ook allemaal stenen te voorschijn. Hier zie een deel van de fundamenten die bij het afgraven in 1942 te voorschijn kwamen. Hier bevonden zich de latrines, de wc's. Je ziet dat deel hieronder met nummer 17 op de plattegrond staan.

 

1 = KERK 7 = REFTER MONNIKEN 13 = GANG DER CONVERSEN  
2 = SACRISTIE 8 = KEUKEN 14 = KRUISGANG  
3 = KAPITTELZAAL 9 = AUDITORIUM (CELLARIUS)  15 = HOF  
4 = AUDITORIUM 10 = REFTER (CONVERSEN)  16 = LAVABO  
5 = PASSAGE 11 = CELLARIUM 17 = LATRINE  
6 = CALEFACTORIUM 12 = TRAP NAAR DORMITORIUM    

 

Alles wat op de plattegrond in het zwart is afgebeeld, is ook werkelijk in de grond aangetroffen. Alles wat met witte lijnen afgebeeld staat, is er vermoedelijk geweest. Dat weten we vrij zeker, want elk Cisterciënzerklooster werd op dezelfde manier gebouwd.

 

 

Je ziet hier een maquette van de Sint Bernardusabdij te Aduard bij de stad Groningen. Dit was een dochterklooster van Klaarkamp. Van dat klooster is de ziekenzaal nog over. Die ziekenzaal doet nu dienst als hervormde kerk van Aduard.

 

 

In de kerk hangt een heel groot schilderij dat laat zien hoe de kerk vroeger als ziekenzaal werd gebruikt. De stenen van de vloer lopen door in de tekening. Achter het doek staan de kerkbanken. Op de foto hieronder zie je de buitenkant van de ziekenzaal.

 

 

Zoals de ziekenzaal van Aduard, zo moeten de gebouwen van Klaarkamp er ook uit hebben gezien. Wanneer je nu op het kloosterterrein van Klaarkamp rondloopt, dan kun je je haast niet voorstellen dat dat hier allemaal echt gebeurd is. Om je heen zie je er bijna niets meer van, maar door middel van verhalen, summiere vondsten en een beetje fantasie kun je het klooster weer te voorschijn halen. Probeer het maar eens.

 

Foto's uit een computeranimatie van de Noordelijke Hogeschool in Leeuwarden

 

Oh ja, die spreuk. TERAR DUM PROSIM, 'Ik moge verteren (ten onder gaan) als ik maar nuttig ben'. Het klooster Klaarkamp is met terp en al afgegraven en verdwenen. Maar overal in onze  gemeente kun je nog sporen van de monniken ontdekken. Oude stukken zeedijk, ingepolderd land, oude kerken, de Schierstins, de Schiersloot en ga zo maar door. Of het nu om het afgraven van veen bij Veenwouden gaat, of de aanleg van het kloosterpad, de monniken hebben zich nuttig gemaakt en dat is nog overal te zien.

 

Maak de puzzel over Klaarkamp. Klik hier.

 

Tekst en foto's Dirk Corporaal 2007

 

 

 

 

Bekijk de filmpjes over leven in een cisterciënzerklooster (klik op de link)

 

1. De Benedictijnse orde

 

2. Citeaux en Fontenay, Cisterciënzer Orde

 

3. De strengheid van Bernardus, slaapzaal

 

4. De voeding van de Cisterciënzers

 

5. Ambachten in het klooster

 

  6. Hiernaast een filmpje over het werk in een klooster.
  7. Hiernaast zie je een filmpje van schooltv over de kloostergelofte.

 Klooster Klaarkamp Fryslân dok deel 1

 

Klooster Klaarkamp Fryslân Dok deel 2

 

Klooster Klaarkamp Fryslân Dok deel 3

 

Dantumadeel toen en nu

Alles in onze omgeving is vroeger ontstaan. Wanneer je het verleden van Dantumadeel een beetje bestudeert, dan snap je die omgeving beter. Of je geschiedenis nu leuk vindt of niet, het is zeker dat je de smaak eerst een beetje te pakken moet krijgen. Dan is geschiedenis net zoiets als het werk van een detective; je gaat uitzoeken wat er gebeurd is. Soms is dat spannend en heel vaak verrassend.

‘Dantumadeel toen en nu’ is gemaakt in opdracht van het gemeentebestuur van Dantumadeel. De lesbrief is geschreven voor de oudste leerlingen van de basisschool en voor de eerste klas van het voortgezet onderwijs.

  Ik heb met heel veel plezier aan dit boekje gewerkt. Wanneer je meer van Dantumadeel weet, kijk je met andere ogen naar de mooie natuurgebieden, het gevarieerde landschap, de woudhuisjes, de wegen en de resten van de terpen. Overal ontdek je sporen van het verleden, allemaal geschiedenisbronnen met een verhaal. Mooie verhalen en trieste verhalen. De wereldgeschiedenis in onze eigen gemeente. Verhalen uit de eigen omgeving spreken veel meer aan dan gebeurtenissen die ver weg gebeurd zijn. Ik hoop dat je door het lezen van dit boekje een beetje interesse krijgt voor wat er in Dantumadeel gebeurd is. Mocht je aangestoken worden om ook zelf iets uit te zoeken over jouw omgeving, dan is het doel van deze lesbrief helemaal bereikt. 

Bij het schrijven van dit boekje ben ik onder de indruk geraakt van de grote hoeveelheid bronnen die je over de geschiedenis van Dantumadeel kunt vinden. In het hoofdstuk ‘Literatuur’ vind je de boeken terug die ik gebruikt heb. Wanneer je een beetje rondkijkt in het archief van Dantumadeel, de bibliotheek of in de museums hier in de buurt, dan struikel je bijna over de grote hoeveelheid bronnen. Ook het internet levert veel informatie op. De websites die ik veel gebruikt heb, vind je aan de rechterkant van deze pagina.

Veel plezier bij het bestuderen van de geschiedenis van Dantumadeel! 

Dirk Corporaal,  Damwoude, november 2007

We hebben 7 gasten en geen leden online

luidsprekerradio.jpg
tjaarda.jpg