4.3 Politieke stromingen

Invuloefening

Vul de gaten in. Druk dan op "Check" om jouw antwoorden te controleren.
In de eeuw ontstonden de bewegingen van het liberalisme, socialisme, confessionalisme en feminisme. Het streefde naar vrijheid voor de burgers. Dankzij de steun van de rijke burgers kregen de liberalen na de macht. Het socialisme streefde naar tussen arm en rijk. De grondlegger hiervan was . In Nederland richtte de SDAP op, die sociale wetten en kiesrecht voor arbeiders eiste. In Nederland waren er protestantse en katholieke confessionelen. Voor hen was het het uitgangspunt. De protestanten waren de eersten met een politieke partij, de . Vrouwen hadden in de 19e eeuw een achtergestelde positie. Ze hadden geen , konden geen hogere opleiding volgen en moesten zich bezig houden met het huishouden.
wilden dit veranderen en organiseerden allerlei acties voor gelijke rechten. In Nederland was een van de belangrijkste feministische leiders.