2. Dagboeken over de tweede wereldoorlog

Iedereen kent natuurlijk het wereldberoemde dagboek van Anne Frank. Op www.annefrank.nl vind je er veel informatie over. Naast dit dagboek zijn er ook in Friesland hele goede dagboeken geschreven. Een hele mooie is die van To Hofstra uit Sneek. Als tienermeisje maakt zij de tweede wereldoorlog mee. In de oorlog schrijft ze een dagboek en ze verzamelt van alles over die oorlog. Stukjes in de krant, bonnen, foto’s alles heeft ze verzameld. Als je wilt weten wat een tienermeisje in de oorlog meemaakte, dan moet je zeker haar dagboeken eens gaan bekijken. Haar dagboeken staan volledig op het internet. Op www.oorlogsschriften.nl  vind je al de dagboeken en veel achtergrond informatie. Vooral haar dagboek waarin ze de bevrijding van Sneek beschrijft, heb ik als een spannend boek gelezen.

 

Naast zulke beroemde dagboeken zijn er natuurlijk nog veel meer dagboeken en bronnen over de oorlog. Ga thuis of bij je familie maar eens op zoek en vraag dan naar foto’s, brieven, persoonsbewijzen, bonnetjes en voorwerpen uit de oorlog. Een heleboel mensen hebben dat bewaard. Al die bronnen vertellen hun eigen verhaal over de oorlog. Als je geluk hebt dan heb je ook een familielid of een kennis die toen een dagboek bijhield.  Zo’n dagboek werkt net als een tijdmachine. Door de regels heen neem je een kijkje in de wereld van zestig jaar geleden. 

Hieronder zie je een foto van mijn schoonouders. Het zijn Foeke Donga en Sietske van Schepen. Vlak voor de oorlog zijn ze getrouwd. Mijn schoonmoeder heb ik nooit ontmoet, want toen Hiltsje (mijn vrouw) 12 jaar was stierf haar moeder en zo jong hadden wij nog geen verkering. Toch ken ik mijn schoonmoeder wel een beetje, want ze hield vanaf 1941 tot aan haar dood een dagboek bij en dat heb ik gelezen. Uit het eerste dagboek heb ik een paar stukjes gekopieerd en aan de hand daarvan vertel ik je iets over de tweede wereldoorlog in Friesland.  Wacht, ik zal je even voorstellen aan mijn schoonouders.

 

 

Zo daar staan ze dan. Mijn schoonvader heet Foeke en mijn schoonmoeder heet, net als mijn oudste dochter, Sietske. Het is het jaar 1937 en dit is hun trouwfoto. Mijn schoonvader heeft maar vijf klassen van de lagere school gehad. Hij komt uit een gezin met negen kinderen en van zijn ouders moet hij, als hij elf jaar is, mee om bij de boer te werken. Tijdens de oorlog werkt hij op de melkfabriek in Berlikum. Hij is daar kaasmaker. Naast hem staat Sietske van Schepen. Ook zij heeft alleen maar lagere school als opleiding. Op de lagere school heeft ze het beste rapport van de klas, maar een meisje ging in die tijd niet studeren en zeker niet een meisje uit een arbeidersgezin.

Sietske komt uit Vrouwenparochie. In dat dorp spreken ze Bildts. Tijdens de oorlog wonen ze in Beetgum. Daar spreken ze Fries. Om het Fries goed te leren schrijft Sietske haar dagboek in het Fries. Beetgum ligt hemelsbreed dicht bij vliegveld Leeuwarden. Als de Duitsers Friesland hebben ingenomen, maken ze vliegveld Leeuwarden tot Fliegerhorst Leeuwarden. Voor de oorlog bestond het uit een kleine start- en landingsbaan en de Duitsers breiden dat uit tot één van de grootste militaire vliegvelden van Noord-Europa.  Meer dan 7500 Friezen werken aan de aanleg van dat vliegveld. Vooral veel arbeiders uit de Wouden werken daar aan mee. Een werkloze die dat werk weigert krijgt geen uitkering.

 

 

Vrijdag 5 februari 1943.

 

Vergeleken met vorig jaar gaat het prima met het weer. Geen vorst. Wel zijn er wat buien en vorige week maandag stormde het. Dit weer is beter dan dat het vriest. Van de melkfabriek moeten er ook weer mannen naar Duitsland om daar te werken. Als Foeke er deze keer niet bij is, dan valt me dat enorm mee.

 

Het dagboek gaat elke dag even over het weer. Verder natuurlijk over alle dingen die een huisvrouw toen moest doen. Twee keer per jaar ‘húshimmelje’ elke week de was met de hand doen, kleren maken, voedsel inwekken enz. enz. Geregeld komt de familie over de vloer en zo nu en dan komt er een klein stukje over de oorlog. Werken in Duitsland hangt als een steeds terugkerende dreiging boven het leven in de oorlog. Als Foeke er maar niet bij is. 

 

Vrijdag 26 februari.

 

Deze keer hoeft Foeke gelukkig niet mee naar Duitsland. Van het fabriek moeten er zes vrijgezellen heen. Wie dat zijn is nog niet bekend. In juni komen ze weer om mannen op te halen. Enfin, dan zien we wel weer.

 

In het begin moeten alleen werkloze mannen naar Duitsland om te werken. In 1942 worden ook mannen aangewezen die werk hebben maar eventueel gemist kunnen worden. In 1942 gaan er 4695 mannen naar Duitsland om te werken. In het voorjaar van 1943 kunnen alle mannen tussen 18 en 45 jaar worden aangewezen om in Duitsland te gaan werken. 

 

4 februari 1943

 

Diezelfde dag hebben een paar Engelse jagers hier dicht bij een locomotief kapot geschoten. Gelukkig vallen er geen doden. Dit is werkelijk een hele consternatie. Het is de hele dag zwart van de mensen.

 

Om de Duitsers zoveel mogelijk economische schade toe te brengen beschieten de geallieerden de treinen. Hieronder zie je een foto van de trein van Leeuwarden naar Zwolle. De foto is vlak voor de beschieting in 1944 door de Engelsen gemaakt.

 

 

Zodra de machinist in de gaten heeft dat de ‘Tommies’ de trein zullen gaan beschieten brengt hij de trein tot stilstand. De reizigers vluchten uit de trein. Op dat moment wordt deze foto gemaakt door Wiebren Kuipers die daar vlakbij onderduiker is. Hierna duiken de vliegtuigen richting de trein en doorzeven de locomotief. Er vallen ook daar gelukkig geen doden of gewonden.

 

30 maart 1943

 

Het is niet voor te stellen hoeveel vliegtuigen over ons huis naar Duitsland gaan. Het geluid duurt wel anderhalf uur. Er staat vandaag in de krant dat wij ’s avonds om tien uur binnen moeten zijn, want het is weer zomertijd. Dat was eerst van elf uur tot ’s morgens drie.

 

De geallieerden bombarderen Duitsland bijna dagelijks. Ze doen dit al vanaf 1942 met grote regelmaat. De Duitsers proberen met luchtafweergeschut zoveel mogelijk vliegtuigen te raken. Bij Marrum en op Terschelling staan radarinstallaties en vanaf Leeuwarden kunnen de Duitse jagers opstijgen. Om zoveel mogelijk vliegtuigen te behouden gaan de Engelsen en Amerikanen met grote aantallen tegelijk vliegen. Ze gaan daarbij gewoon over Leeuwarden heen. Ze verstoren de radarinstallaties door zilverpapier te strooien.  De condens strepen van de vliegtuigen geven de Friezen moed. In de nacht van 29 op 30 maart worden Berlijn en Bocholt door een grote groep vliegtuigen gebombardeerd. Ze vliegen in groepen van zo'n 400 vliegtuigen.

Veel vliegtuigen worden in Duitsland geraakt. Ook in Friesland op de heen- of terugweg wordt er geregeld een vliegtuig naar beneden geschoten. In onze gemeente vind je op bijna alle kerkhoven oorlogsgraven. Op www.verzetsmuseum.nl kun je alle plaatsen en alle namen van de omgekomen bemanning vinden.

In Friesland hebben we in de oorlog de Duitse tijd. De Duitsers willen geen tijdverschil met Duitsland. Ook de Duitse zomertijd wordt ingevoerd. ‘s Nachts moet iedereen binnen zijn. Wie dit overtreedt krijgt een boete. Verder moeten alle huizen ’s avonds verduisterd zijn, want anders kunnen de geallieerde vliegtuigen zich gemakkelijk oriënteren.

Zaterdag 1 mei 1943

 

Wij beleven momenteel rare dagen. Er is in ons land, voor zover wij dit weten, een algemene staking uitgebroken. Het hele voormalige Nederlandse leger moet weer op komen om zich op te laten sluiten en nu is die staking het gevolg. Foeke heeft gisteren de hele dag niets gedaan. Hier in de buurt ligt alles stil. De winkelman komt ook niet meer en melk halen we bij de boeren, want de melk wordt niet opgehaald. Nu is Foeke zo even naar de fabriek geweest en er zit een proclamatie op de deuren geplakt. Als de mensen niet beginnen (te werken) worden er een aantal doodgeschoten.

 

Op 29 april wordt bekend dat alle mannen die in mei 1940 soldaat waren, als krijgsgevangene naar Duitsland moeten. Dan breekt op vrijdag 30 april in Nederland de april-mei staking uit. Een algemene staking tegen de Duitsers. Na een dag wordt er weer gewerkt. In Friesland staat die bekend onder de naam melkstaking. Hier wordt langer gestaakt. Bij de melkfabrieken staakt het personeel. Er wordt geen melk naar de fabriek gebracht. Bussen met melk die de melkrijder nog moet ophalen worden leeggegoten. De boeren verkopen een deel van de melk rechtstreeks aan de bevolking. De rest gieten ze in de vaart.

 

Vrijdag 7 mei

 

De staking is hier weer voorbij. Maandagmorgen is de fabriek weer begonnen en dinsdag woensdag en gisteren de andere bedrijven weer. Wij moeten ’s avonds om 8 uur binnen zijn. Eerst was dit 7 uur, maar dat zal voor het werk wel te schadelijk geweest zijn. De studenten die de verklaring dat ze loyaal tegen de Duitsers zullen zijn, niet hebben ondertekend, moeten ook opkomen. Hoe het allemaal nog eens een keer zal aflopen? Er zijn al verschillende mensen doodgeschoten. Uit de hele omgeving.

 

De Duitsers pakken de staking hardhandig aan. Samenscholing van meer dan vijf mensen wordt verboden. Duitsers schieten vanuit rijdende auto’s zonder waarschuwing op groepjes mensen. Daarbij vallen 20 doden en tientallen gewonden. Er worden 192 mensen gearresteerd. De staking wordt in bloed gesmoord. Voor straf wordt de avondklok vervroegd naar 8 uur ’s avonds. Dan moet iedereen binnen zijn. Op 7 mei moeten alle mannen zich bij het arbeidsbureau melden. Wie dat niet doet krijgt geen stempel op z’n distributiestamkaart en krijgt dus ook geen nieuwe distributiebonnen voor voedsel en kleding. Foeke werkt in een melkfabriek. Mannen die werken bij de voedselvoorziening krijgen vrijstelling van de plicht om in Duitsland te gaan werken. 

 

27 mei 1943

 

Foeke zijn broer Auke is vrijdag een week geleden naar Duitsland gegaan. Alle jongens die in 1924 geboren zijn moeten weg. Het kan zijn dat er nog vier of vijf lichtingen volgen. Dat hangt er van af hoe lang het duurt. Het gaat momenteel raar. Foeke heeft gister gehoord dat ze het arbeidsbureau in de stad 'onder handen hebben genomen'. Op dinsdag na Pinksteren hebben wij de radio ingeleverd. Foeke moest hem naar Beetgumermolen brengen, want de toestellen zijn allemaal verbeurd verklaard. Behalve voor leden van de partij (NSB).

 

Zo’n 10.000 Friezen worden net als Auke als dwangarbeider naar Duitsland gestuurd. Ze komen daar in Duitse werkkampen terecht en zijn bang voor de bombardementen van de Britten en Amerikanen. Ze klagen over de kou, het slechte eten en dat ze door de Duitsers worden toegeschreeuwd. Gelukkig krijgen mannen die betrokken zijn bij de voedselvoorziening vrijstelling. Dat zijn er duizenden in Friesland. Hieronder zie je zo'n vrijstelling van mijn omke Pieter.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

De Friese KP (knokploeg) valt het arbeidsbureau van Leeuwarden binnen en neemt de hele administratie voor het gedwongen werken in Duitsland mee. Een poosje later gebeurt hetzelfde in St Annaparochie. Zeven mannen vallen het gemeentehuis binnen, nemen het bevolkingsregister mee en verbranden het in een bakkersoven. In 1944 verstrekt het verzet enige duizenden valse vrijstellingen voor werken bij de voedselvoorziening. Hieronder zie zo’n vervalste vrijstelling.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

In de zomer van 1943 beginnen meer mensen zich te verzetten tegen de Duitsers. Het verzet is dan goed georganiseerd. Er zijn nu meer mogelijkheden om onder te duiken. Bovendien gaan steeds meer mensen geloven dat het einde van de oorlog in zicht komt. Dit horen ze voor radio Oranje. Nu de Duitsers aan het verliezen zijn krijgen de mensen moed. Hier hebben de Duitsers een hekel aan. Daarom moeten de radio’s worden ingeleverd. Dit geldt niet voor leden van de NSB. Zij staan achter de Duitsers en geloven toch niet wat radio Oranje te vertellen heeft.

 

Maandag 22 november 1943

 

De dag is vandaag raar begonnen. Wij hebben de voeten nog maar net van bed en daar heb je de overvalwagens. Ze nemen onze buurman Wibe en een jonge man die even verderop woont mee. Je wordt er beroerd van.

 

In de laatste oorlogsjaren zitten er zo’n 20.000 mannen die in Duitsland moeten werken en Joden ondergedoken. De Duitsers houden dan in bijna alle plaatsen razzia’s. Op 18 februari 1944 wordt in Akkerwoude (deel Damwoude) zo’n razzia gehouden. Alle mannen tussen 18 en 45 jaar moeten zich bij de lokalen van de scholen melden. Ook degenen die een vrijstelling wegens werken bij de voedselvoorziening hebben. De leerlingen hebben die dag vrij. Alle andere bewoners moeten binnen blijven. Het hele dorp wordt huis voor huis uitgekamt. Sybe Johannes Bruning, een 63 jarige boer, fiets door de weilanden naar het dorp. Hij is slechthorend en hoort het bevel van de Duitsers dat hij moet stoppen niet. Hij wordt neergeschoten. Er worden 20 mensen gearresteerd en naar Duitsland gestuurd. Twee van hen overleven de oorlog niet. Piet Cohen, een joodse onderduiker, komt om in een concentratiekamp en Heine Koonstra overlijdt in Leipzig.

 

17 september 1944

 

Het is half twee, midden in de nacht. Wij zijn net als de weerlicht uit bed gesprongen. Het gaat weer raar. Ze vliegen en ze schieten als nooit te voren. Het zakt nu geloof ik iets af. Maar met zo’n kleine jongen dicht bij het raam ben ik er niet gerust over.

 

Op 30 april 1944 hebben Sietske en Foeke een jongetje gekregen. Ze noemen hem heel origineel Foeke. In het dagboek heet hij ‘kleine’ Foeke. Dat is mijn zwager. Ze wonen niet ver van Fliegerhorst  Leeuwarden. Op 24 februari en in de nacht van 16 op 17 september wordt het vliegveld zwaar gebombardeerd. In de nacht die Sietske beschrijft gooien de Engelsen 240 ton bommen op het vliegveld. Er vallen ook enkele verdwaalde bommen buiten het vliegveld. Hierdoor sterven in Beetgummermolen zeven mensen, in Engelum 2 en bij Dyksterhuzen zes.

 

 

Je ziet hier een Amerikaanse bommenwerper boven vliegveld Leeuwarden. Door de rook heen kun je de twee start- en landingsbanen, die er nu nog liggen, zien. Hieronder zie je een filmpje over een bombardement van vliegveld Leeuwarden.

 

 

" />

 

 

Er wordt na september 1944 gedurende de oorlog niet meer gevlogen vanaf vliegveld Leeuwarden. De Duitsers herstellen het vliegveld nog wel maar blazen op 13 april, twee dagen voor de bevrijding, de vliegbasis op.

 

Donderdag 15 februari 1945

 

Er is ’s avonds niet zoveel aan, want wij zitten bij een klein lichtje. Er is al vijf weken geen elektrisch meer. Het went overigens al een beetje, maar je hebt het smoor wel eens in. Laatst gooide ‘grote’ Foeke de kaars om. Daardoor ontstond een groot plak kaarsvet in het tafelkleed.

 

Er zijn veel oorzaken waardoor de Duitsers de oorlog verliezen. Eén van die oorzaken is het tekort aan energie. Hitler slaagt er niet in om de oliebronnen in Rusland in handen te krijgen. Het Duitse leger lijdt in Rusland enorme verliezen. Alle beschikbare energie in Nederland is bestemd voor het Duitse leger. Er rijden in heel Friesland nog maar 126 gewone auto’s. Slechts 26 daarvan zijn particuliere auto’s. Enkele auto’s en bussen rijden op gas, zoals deze van de firma H Smit die hier geparkeerd staat in Harlingen. In september krijgen alle scholen bericht dat de brandstof op is. Veel  scholen sluiten.

 

 

Bij de slag om Arnhem roept de Nederlandse regering vanuit Londen via radio Oranje het spoorwegpersoneel op om te staken. ‘De kinderen van Versteeg moetenallen onder de wol’ zo luidt de codeboodschap. Het spoorwegpersoneel duikt onder en ook het treinverkeer in Nederland komt tot stilstand. Alleen per schip is er nog een beetje contact tussen Friesland en Holland. Ook de schepen worden beschoten en in de strenge winter van ’44 ’45 vriest het IJsselmeer dicht

 

16 februari 1945

 

Er zijn hier een stuk of negen baby’s gekomen. Die komen uit de grote steden van Holland. Daar hebben de mensen er geen eten voor. Het vervoer is zeer slecht. De spoorwegen staken sinds september en de meeste auto’s zijn opgehaald. In Vrouwenparochie zijn veel evacués uit Limburg. Mijn zus Trijntje heeft een jongetje van zeven jaar. Een mooie kameraad voor Hilbrand t

 

De laatste oorlogswinter staat bekend als de hongerwinter. Er komt veel te weinig voedsel aan in de randstad. Er sterven daar 25.000 mensen van de honger. De mensen houden hongertochten naar Friesland om aan voedsel te komen. Naast de 20.000 onderduikers voedt Friesland ook nog zo’n 60.000 evacués. Die komen vooral uit het noorden van Limburg. Wie in Holland woont en familie in friesland heeft brengt hier ook de hongerwinter door. Hilbrandt is het neefje uit Den Haag dat mooi met evacué Pierre, die hier Pier genoemd wordt, kan spelen.

 

 

Hier zie je een foto van de Hervormde kerk bij de Kruisweg in Damwoude.  Meneer pastoor houdt voor de evacués een mis. De Limburgers moeten wennen aan de Friese taal en sûpenbrij en de friezen verstaan niets van het Limburgs. Gelukkig is er een oplossing. De Nederlandse taal zorgt voor communicatie.

 

 

1 maart 1945

 

Keimpe is naar Assen om te graven. Zijn tijd zit er maandag op maar wij weten niet of hij al thuis is. En Tiede is er ook drie weken geweest. Jan is opgepakt en waar die zit weten ze niet, want daar hebben ze nooit bericht van gekregen. Van Auke kwam vorige week een brief die op 15 januari geschreven is.

 

 

Keimpe en Jan zijn broers van Foeke. Jan komt na de oorlog totaal uitgehongerd uit Duitsland terug.  Na oktober 1944 moet Friesland 13.000 mannen in de leeftijd tot soms 55 jaar leveren om verdedigingswerken te graven. De burgemeesters moeten per gemeente een aantal leveren. Officieel hoef je maar drie weken, maar als de burgemeester niet tijdig nieuwe gravers stuurt moet je langer graven. De verdedigingslinies kunnen de Canadezen niet keren en op 14 en 15 april wordt Friesland bevrijd.

 

 

5 mei 1945

Vrede, tenminste in ons land. In Noorwegen en Zuidwest-Duitsland hebben de Duitsers het nog niet opgegeven.

  

 

 

Dirk Corporaal, Damwoude 20 januari 2005

 

 

 

 

 

 

 

 

 

We hebben 11 gasten en geen leden online

rom-munten-nijmegen.jpg
achterweg.jpg