8. Wâldhúskes toen en nu

Zwaagwesteinde 1918, aquarel van Ids Wiersma

Hutten bouwen is leuk werk. Sommige kinderen bouwen een hut in een boom of ergens achter op het erf van een boerderij. Van afvalhout spijkeren ze een heel bouwwerk in elkaar. Kleden erover en dan even met een spuitbus spuiten zodat de hut niet lekt als het regent. Zo'n hut is leuk, het is een plek die helemaal van jou is. Misschien heb je wel eens geslapen in zo'n zelfgebouwde hut. Maar... zou je er ook altijd in willen wonen? Met een groot gezin met wel tien kinderen? Ook als het regent of vriest?

Wâldhúske uit Dantumadeel in het Open Luchtmuseum in Arnhem

In deze les wordt de ontwikkeling van spitkeet tot woudhuisje beschreven. Ook staan we stil bij de grote verbeteringen die er zijn gekomen op woongebied.

In Dantumadeel stonden vroeger erg veel woudhuisjes. Woudhuisjes zijn karakteristiek voor de Wouden. Volgens onderzoek van architect Hink Eldering uit Huizum, die vlak na de tweede wereldoorlog de woudhuisjes in Zwaagwesteinde bestudeerd heeft, is er een duidelijke ontwikkeling aan te wijzen van de plaggenhut naar het woudhuisje.

Woudboerderijtje aan de Achterweg in Damwoude

Momenteel voldoen de woudhuisjes niet meer aan de bouwnormen. Ze zijn te klein en te laag. Doordat de muur uit en enkele laag stenen bestaat, zijn ze bovendien niet goed geïsoleerd en vochtig. Daarom zijn ze bijna allemaal afgebroken.

Achterweg, Veenwouden

Drie van die woningen zijn stukje voor stukje afgebroken, in containers gestopt en weer opgebouwd in het cichoreimuseum aan de Trekweg in Damwoude. Ook staan er tegenwoordig nieuwe woudhuisjes in Dantumadeel. Luxe moderne woningen die aansluiten op de bouwhistorie van deze regio.

De woudhuisjes in het cichoreimuseum

In 2008 opent aan de Trekweg Damwoude een cichoreimuseum met drie woudhuisjes, elk met een eigen thema. In het woudhuisje uit De Valom kunnen we zien hoe men vroeger vissen ving, jaagde en stroopte. In het woudhuisje uit Zwaagwesteinde ligt de nadruk op het werken op de heide en het leven in een ventersdorp. Het huisje uit Rinsumageest is ingericht als wâldspultsje, een keuterboerderijtje.

Van spitkeet tot woudhuisje

In het boek “Zwaagwesteinde het ventersdorp”, van vader en zoon Sikkema, komt een hoofdstuk voor van architect Hink Eldering uit Huizem. De Sikkema's hebben hem, vlak na de tweede wereldoorlog, naar Zwaagwesteinde gehaald om het karakter en de ontwikkeling van het verdwijnende wâldhúske vast te leggen. Hieronder volgt een samenvatting van wat Eldering noteerde.

Spitkeet Zwaagwesteinde. Foto archief Dantumadeel

De spitkeet kennen we onder de namen: plaggenhut, zodenhut en klinte. Zo'n hut werd meestal in een dag of nacht gebouwd. Eerst werden de zoden op de plaats waar de hut gebouwd zou worden weggespit. Vandaar de namen spitkeet en zodenhut. De zoden werden op de kant gelegd en die vormden de muren. De uitgegraven plek had de vorm van een vierkant, daar werden palen in geplaatst. De palen bestonden uit dunne boomstammen.

Onder de stammen werden veldkeien geplaatst om verzakking te voorkomen. Over het vierkant werden boomstammen voor het dak gelegd. Bij latere hutten bestond de zijkant uit hout.

Door het plaatsen van de palen ontstonden drie ruimten. In een plaggenhut was geen zolder. Over de palen van het dak werden takken en daarover plaggen, riet of stro gelegd. In de achtergevel werd een deur uitgespaard en in de voorwand twee kleine ramen.

Sommige plaggenhutten hadden een schoorsteen, maar bij veel plaggenhutten kon de rook alleen via de deur en andere gaten naar buiten komen.

In zeven stappen beschrijft architect Hink Elderink hoe de ontwikkeling van plaggenhut tot wâldhúske zich in Zwaagwesteinde heeft voltrokken.

Uit de plaggenhut ontwikkelde zich eerst de 'strieskethut'. Deze hut heeft houten wanden met stro aan de binnenkant. In Zwaagwesteinde waren vlak na de oorlog nog twee striesketwoningen. Eén op de Hege Seis en één aan het Skier.

Behalve de palen van het vierkant, werden er aan de buitenkant ook palen in de grond gezet. Daar werden aan de buitenkant planken tegenaan getimmerd en aan de binnenkant werd gevlochten stro geplaatst. Je ziet hier de plattegrond van de woning aan het Skier. De ingang zit bij (1) aan de zijkant. Je kunt daar linksaf naar het achterhuis en rechtsaf naar de kamer (2) en naar de voorraadkast (3). In de kamer bevinden zich bedsteden (4) met hele kleine toegangsdeuren. De bedsteden werden "krûpyntsjes" genoemd. Tussen de twee bedsteden aan de linkerkant bevond zich een klein kastje met kopjes en schoteltjes en dergelijke.

 

 

Zo tekent Eldering de voor- en zijkanten van de strie-sketwoning aan het Skier. Deze woning is in 1949 afgebroken. De zijkanten zijn van hout en de voorgevel is al van steen.

Bij dit huis is het hele voorhuis van steen. Alleen de topgevel is van hout. Deze woning is bewoond geweest tot 1939.

Bij deze woning is de hele voorhuis en ook de schoorsteen van steen.

Deze woning heeft weer een houten topgevel, maar is wel later gebouwd, want het heeft al kleine raampjes aan de zijmuren van het achterhuis.

Het laatste type is helemaal van steen. Al de woningen zijn erg klein. In geen enkele kamer zouden wij rechtop kunnen staan. De afstand van de vloer tot aan de zolderbalken bedraagt niet meer dan anderhalve meter, hooguit 1 m 60. De oppervlakte van de kamer is niet groter dan acht tot maximaal elf vierkante meter.

Tegenwoordig zijn kamers 2 m 70 hoog en meestal wel 30 vierkante meter groot. Een modern woudhuis uit Veenwouden stond op internet te koop. In de advertentie lees je de maten. Vergelijk die maten eens met de oude wâldhúskes. Zo'n oud wâldhúske zou in de garage gepast hebben. En hoeveel keer past zo'n wâldhúske in jouw huis?

Te koop: Woudhuis, type boerderij. Traditioneel gebouwd  en volledig geïsoleerd. Afmetingen 6.00/7.30 x 12 m. Perceelsoppervlak ca 400 m2. Vrijstaande stenen garage met kap (grote bergzolder). Afmetingen 5.00 x 8.00 m. Kleine schuur. 
Begane grond; hal, kamer met open keuken (met inbouwapparatuur), slaapkamer, badkamer, toilet, bijkeuken en werkkast. Woonkamer met fraaie openhaard. Benedenverdieping voorzien van plavuizen. 
Bovenverdieping; overloop, 4 slaapkamers en separaat toilet. Bovenverdieping voorzien van laminaat. Royale bergzolder via vlizotrap

Na de basisschool ga je naar het voortgezet onderwijs en daarna ga je verder leren. Misschien vraag je je wel eens af hoe jouw leven er over tien of vijftien jaar uit zal zien. Misschien werk je dan en woon je in al in je eigen huis!

In dit hoofdstuk gaan we kijken hoe mensen honderd jaar geleden woonden en werkten. In hoofdstuk 8-1 kijken we naar het woudhuisje uit De Valom. Daar woonde een gezin dat leefde van visvangst, jacht en stropen. In 8-2 komt het woudhuisje uit Zwaagwesteinde aan de beurt. We bekijken daar het leven in Zwaagwesteinde als ventersdorp. Tot slot lees je in hoofdstuk 8-3 wat er zoal gebeurde op een keuterboerderijtje.

Tekst en foto's Dirk Corporaal 2007

startpagina

We hebben 4 gasten en geen leden online

fluitenterpentijd.jpg
tjaarda.jpg