92 HET UNIFORM

Een uniform geeft nog steeds gezag. Je trekt het aan en je bent gezagdrager. Vroeger had ik iets tegen uniformen. Met een uniform leg je de eigen identiteit af, zo dacht ik en los je op in het geheel en nu stap ik, warempel met het uniform van de politie aan, in m'n auto en rijd naar Barthelehiem. Het uniform staat goed bij het pas geknipte haar. Voor de spiegel heb ik even geoefend en ik begin me al een beetje agent te voelen.  Als ik nu maar geen bekenden tegenkom of wat helemaal een ramp zou zijn, een politiecontrole. Ik zie de kop in de krant al voor me: 'Leraar geeft zich uit voor politieagent.' Wat voor straf zou daar eigenlijk op staan? Eerlijk gezegd doe ik dit een beetje met tegenzin, maar ik kan niet meer terug, want ik heb het Anne beloofd. "Anne, als jij voor een uniform zorgt dan doe ik het." 

 

  Ach, zo dacht ik toen nog, dat lukt hem toch niet, welke agent leent er nu z'n uniform uit? Zoiets doen ze vast niet.

  In Birdaard sla ik links af. Aan de kant van de weg staat een jongetje met een witte plastic buis. Hij brengt de buis naar z'n mond om een pijltje naar mij te blazen, maar dan ziet hij m'n kleding en stuift hals over de kop weg.

Toch wel leuk zo'n uniform, het heeft toch iets. Het geeft je iets wat je anders niet hebt. Jammer dat je zoiets voor de klas niet lenen kunt.

 

  Anne heeft voor zijn school een personeelsavond geregeld. Een viswedstrijd op de camping in Barthelehiem aan de Dokkumer Ee en daar tegelijk ook barbecuen. Anne is een uiterst creatieve vent en hij straalt wanneer hij de hele wereld er tussen neemt. Altijd komt hij met iets origineels. Op een middag kwam Anne bij me: "Dirk, ik regel een personeelsetentje van m'n school met een viswedstrijd. De meeste leraren hebben natuurlijk geen visakte. Als wij daar aan het vissen zijn kun jij dan om zeven uur komen en als viscontroleur daar wat boetes uitdelen?"

Eerst krabbelde ik tegen: "Hoe wil je dat ik dat doe? Een paar van jouw collega's kennen me wel." Ik heb daar namelijk 17 jaar geleden op school gezeten.

 

"Ah dat valt best mee, ze herkennen je vast niet. Bovendien ken ik daar een Amsterdammer, die zit daar op de camping, die licht ik van te voren even in, die werkt wel mee en die geef je als eerste een bekeuring. Helaas kon ik in Leeuwarden niet een uniform voor je huren, maar je kunt er wel in gewone kleding bij langs, want de waterpolitie is meestal in burger."

"Nee dan doe ik het niet, dan herkennen een paar me zo, maar als jij aan een uniform kunt komen dan doe ik het."

Ik dacht nog: Ziezo, daar ben ik weer mooi vanaf gekomen. Als je politie-uniformen niet kunt huren dan mogen ze die natuurlijk ook niet uitlenen. Anne liep naar de telefoon en belde een politieagent bij ons in de buurt. Ik volgde flarden van het gesprek: "Dus je kunt me geen uniform lenen... Ook niet voor een feestje... Dat mag niet... Maar heb je niet alleen een broek.... Wel een oude broek.... Hij heeft jouw maat ongeveer... Ik heb thuis nog wel een schipperstrui... Oh en nog een paar schoenen, dat kan toch wel ... dan lijkt het al wat"

"Zo," zei Anne, "dat is al het begin. Ik heb een broek en een paar schoenen voor je. Ik bel straks nog een agent die ik ken voor een blouse en een trui en dan is jouw uniform compleet."

 

 

  Bij camping De Vlier parkeer ik de auto. We hebben afgesproken dat ik eerst het restaurant in loop om aan de eigenaar mee te delen dan "we" vandaag een visaktecontrole uitvoeren. De eigenaar weet ervan en speelt goed mee. Terwijl ik er uit loop ontstaat er een lichte paniek. Sommigen lopen er ook uit en lopen naar de mensen die bij de Ee aan het vissen zijn. Ze wijzen in mijn richting. Precies zoals afgesproken loop ik eerst naar de Amsterdamse campinggast, die mee in het complot zit. Hij zit met een complete visuitrusting een eindje van de leraren af. Ik vraag hem naar de visakte. Hij accepteert z'n boete zondermeer.

  Ondertussen zie ik dat een paar mensen hun hengels uit het water halen en een eindje op de kant leggen. Dan loop ik op het eerste slachtoffer toe. Het is de

gymnastiekleraar waar ik zelf nog les van gehad heb. Dit is pech hebben denk ik nog, waarom tref ik hem nu net. Hij zal me vast nog wel herkennen. "Mag ik de visakte even zien." Hij kijkt me gelukkig nauwelijks aan. "Die heb ik niet," zegt hij gelaten, "maar ik ben niet zoals die lui die hier naast me zitten te vissen en nu weg gelopen zijn, dat vind ik niet sportief. Ik loop niet voor u weg. Als u me een bekeuring moet geven, dan moet u dat maar doen." 

 

Ik doe m'n plicht en haal een speciaal daarvoor gekocht zwart boekje tevoorschijn en noteer naam, achternaam en adres. "U hoort er nog wel van."

"Wat is de boete?"

"Dat kan ik nog niet zeggen; we checken eerst of u al vaker bekeurd bent."

  Dan kom ik bij een paar hengels, maar de vissers zijn verdwenen. Ze staan op enige afstand bij de barbecue. Sommigen lachen en een paar kijken opzettelijk de andere kant uit. Een collega van Anne komt bij me. Hij is behoorlijk kwaad en probeert me om te praten: "Meneer we hebben vandaag een personeelsfeestje en zo bederft u het behoorlijk. Dit is privé-terrein, u hoort hier helemaal niet te controleren."

"Het water van de Ee is geen privé-viswater, wij controleren hier wel vaker."

"Maar dit is een personeelsfeestje; echt de meeste mensen vissen anders nooit, daarom hebben ze ook geen visakte."

"Ook op personeelsfeestjes moet je je aan de wet houden."

Ik wijs op een paar hengels die haastig op de wal gelegd zijn. "Waar zijn de eigenaars van deze hengels?"

"Die staan daar bij de barbecue, ze willen dat u weg gaat."

Ik zeg nu luid in de richting van de mensen die bij het vuur staan: "Van wie zijn deze hengels hier?" Iedereen kijkt me aan, maar niemand zegt iets. Docenten die zich als leerlingen achter de groep verschuilen.

"Van niemand....? Dan heeft natuurlijk ook niemand bezwaar als ik ze in beslag neem."

Ik pak de hengels en loop er mee in de richting van de auto. Op dat moment komt Anne zoals afgesproken bij me:

"Meneer komt u even mee dan bespreken we de zaak even bij dat tafeltje."

Anne zet me tussen de gasten bij een apart tafeltje en vraagt wat ik wil drinken. Hij komt met bier en Jet z'n vrouw zet me een slaatje voor. Vervolgens krijg ik een sigaartje. Er wordt nu heel verbaasd gekeken. Anne gaat staan en zegt: "Mag ik jullie even voorstellen, dit is m'n hardloopmaat en oud leerling van Mariënburg. Er kan zo dadelijk gerust weer gevist worden."

 

  Het wordt een leuke avond. Een paar stugge volhouders zijn al weer aan het vissen. Opeens begint het raar te borrelen in het donkere water van de Dokkumer Ee.

Luchtbellen komen een eindje van de kant omhoog. Het hele gezelschap komt er naar kijken. Wat is er nu weer aan de hand. "Anne heb jij hier soms ook wat mee te maken, heb je nog wat geregeld?"

Plotseling komt er een hand boven water die een grote vis op de wal gooit. Hardloopmaat Henk komt in duikerskostuum boven water en brult: "Ik bin it mûnster fan Barthelehiem!"

 

  Later kwam het veerpondje van Wijns langs. Begeleid door een accordeon werd er een korte rondvaart gehouden. Henk en ik vonden dat wij het verdiend hadden om ons, op kosten van de personeelskas van Anne z'n school, aan vlees en drank te goed te doen. Anne had weer een originele avond aan z'n repertoire toegevoegd.

 

(1992)

 

 

 

We hebben 6 gasten en geen leden online

tolhuis.jpg
tjasker.jpg